Week 1: Nederland
Met een filmpje over typisch Nederlandse dingen gaan we start. Al snel slaan we onze atlas open. Waar ligt Nederland in de wereld? Hoe heten de twaalf provincies en hun hoofdsteden? Oefenen maar. Bijna 18 miljoen mensen leven hier. Amsterdam is de hoofdstad, maar de regering vind je in Den Haag. Water was altijd een probleem in ons lage land. Met dijken en duinen proberen we droge voeten te houden. Het verhaal gaat over Hans Brinker, beroemd in binnen- en buitenland. De jongen zou in z’n eentje een overstroming hebben voorkomen. Weet je wat canals en wooden shoes zijn? We leren het bij Engels.
Week 2: Groningen, Friesland, Drenthe
Even wat geschiedenis ophalen. De Friese meren en hunebedden in Drenthe zijn overgebleven van de ijstijd van 200.000 jaar geleden. Toen er nog geen dijken waren woonden de mensen op terpen of wierden. Veengrond is ooit ontstaan uit resten van planten. De Waddenzee is een uniek natuurgebied, waar we bij laag water kunnen wadlopen. We zijn ook best een tijdje zoet met de Topo van de drie provincies. Bij Friese Elfstedentocht hoeven de schaatsers maar één rondje. Maar wel eentje van 200 km! We horen een mooi lied van de Friese popgroep De Kast.
Week 3: Overijssel, Gelderland, Flevoland
Zeg je Nederland, zeg je polders. Flevoland is bijna helemaal polder. De film laat zien hoe van een meer een polder wordt gemaakt. Ingenieur Lely bedacht plannen voor de IJsselmeerpolders en de Afsluitdijk, de bekendste dijk van Nederland. In ons boeken lezen we over dijken en uiterwaarden. Prachtige dieren leven in het nationale park De Hoge Veluwe. Welke doe-opdrachten ga je doen? Bijvoorbeeld dammen bouwen, bodemonderzoek, een windmolen of een maquette maken? Hou je van gedichten? Mooi, we krijgen er twee cadeau: ‘Lente in Twente’ en ‘Herinnering aan Holland’.
Week 4: Zeeland, Noord-Brabant, Limburg
Wat deze week allemaal doen is niet misselijk. De grote watersnoodramp van 1953 en het Deltaplan hebben alles met elkaar te maken. We bekijken de film. We leren verschillen tussen kei, zand, hoog- en laagveen. Wist je dat er zoveel verschillende soorten industrie zijn? Een oude mijnwerker vertelt over vroeger toen hij in de Limburgse mijnen werkte. We oefenen Topo en zingen tussendoor het bekende ’Land van Maas en Waal’.
Week 5: Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht
Luchthaven, beetje vreemd woord. Er zijn geen schepen, maar vliegtuigen. Maar de luchthaven heet wel Schiphol. Het werk gaat er dag en nacht door, net als in de Rotterdamse haven. In de Randstad zijn veel grote steden. De verschillen tussen zo’n stad en een dorp zijn groot. Tijd over? Lees alles nog eens door. Des beter lukt straks de toets. Zijn de Delftsblauwe tegeltjes al klaar? Heeft iedereen de molen op de Engh gezien? Daarmee zit ons project over Nederland er al weer op.